Ik ben M., moeder van een dochter van 25 die hetero is en een zoon van 23 die homo is.
In zijn schooljaren zat hij dikwijls als enige of een van de weinige jongens in een klas vol meisjes. In tegenstelling tot wat we verwachtten kwam hij nooit met verhalen thuis over meisjes waar hij verliefd op was of die hij leuk vond. Hij had wel enkele vrouwelijke klasgenootjes die echte hartsvriendinnen van hem waren en hoewel we er niet van wakker lagen begrepen we niet waarom de laatste stap nooit werd gezet. Wel kreeg ik verhalen te horen van meisjes die verliefd op hém waren, maar dat bleek dus nooit wederzijds te zijn. We dachten dat hij een laatbloeier was, net als zijn ouders.
In het middelbaar bleek hij dyscalculie te hebben, terwijl hij voor taal zeer begaafd was en de andere vakken ook wel lukten. Omdat er in zowat elke ASO-richting een deel wiskunde zat leidde dat jarenlang tot bijwerklessen wiskunde en veel spanningen. Ik zag hem steeds meer introvert worden en dacht dat het door de stress op school kwam. Hij communiceerde weinig en wat we ook vroegen, er kwam nauwelijks respons, wat zijn vader meer en meer begon te irriteren. Dat bleek een vicieuze cirkel te worden want toen hij dat merkte was er helemaal geen praten meer mogelijk.
De jaren gingen voorbij, we dachten dat de meeste pubers nu eenmaal moeilijk doordringbaar zijn en we gunden hem zijn recht op privacy. Op school slaagde hij weliswaar elk jaar maar veranderde wel een paar keer van studierichting. Hoewel we er alles aan deden om een studierichting te zoeken die het best bij hem paste, zagen we dat het toch steeds meer de verkeerde kant opging. Hij was continu ongelukkig en lachte nog nauwelijks. Omdat hij inmiddels een jaar of zestien was en ik nog steeds nooit iets over een lief had gehoord begon bij ons het vermoeden te ontwikkelen dat hij homo zou kunnen zijn. Indien dit het geval was hadden wij er geen enkel probleem mee gehad, hoewel je eerlijkheidshalve altijd wel hoopt dat dit niet het geval is, om mogelijke problemen te vermijden.
Onze zoon en ik zaten op een keer samen in de woonkamer toen ik hem weer zo ongelukkig zag. Toen ik voor de zoveelste keer probeerde te praten met hem en weer geen respons kreeg zei ik radeloos: 'Als je homo bent, zeg het dan gewoon, we vinden dat helemaal niet erg hoor!', waarna hij dat met de grootst mogelijke stelligheid ontkrachtte: 'Maar nee, ik ben dat helemaal niet!'.
De jaren gingen nog steeds voorbij, hij was voortdurend met een project bezig waarvoor hij veel moest schrijven, dus altijd zat hij in zijn eentje op zijn kamer. Op een gegeven moment was de spanning zo ondraaglijk, hij was dan al een student van een jaar of 20, dat ik de waarheid uit zijn mond gesleurd heb. Hij gaf eindelijk toe dat hij op jongens viel, waarna ik hem onmiddellijk geruststelde dat dit toch geen enkele reden is om zich ongelukkig te voelen en dat dit toch helemaal niet erg is. Hij vreesde een negatieve reactie van zijn vader, die, hoewel hij volstrekt niets tegen homo's heeft, zoals de meeste mensen er wel eens een grapje maakte en soms onvoorspelbaar uit de bus kan komen.
We besloten nog even te wachten met het aan zijn vader te zeggen, maar in de daaropvolgende weken polste ik steeds meer bij mijn man hoe hij tegenover homo's aankeek. Onrechtstreeks liet ik steeds duidelijker horen dat ik er zelf 100% achterstond, ook als we een kind moesten hebben dat zo zou zijn. Hij ook, verzekerde hij mij, en begreep niet waarom ik daar keer op keer over praatte, hoewel hij begon te vermoeden dat het over onze zoon ging. Ik wou het zelf niet vertellen dat onze zoon op jongens viel, ik vond dat die dat zelf moest doen. Ik zag mijn taak vooral in het optimaal voorbereiden van zijn vader, om te vermijden dat hij ook maar een enkele zweem van negativiteit zou uiten op het moment van de outing van onze zoon, want dat zou zowel voor onze zoon als voor mij ondraaglijk zijn geweest.
Toen mijn man voor de zoveelste keer bevestigde dat hij niets tegen homo's had, ook al zou zijn eigen kind zo zijn, nam ik contact op met onze zoon, die ‘s avonds met de trein naar huis zou komen. Ik wist dat hij al jaren antidepressiva nam en enkele malen had hij mij in tranen opgebeld dat hij het echt niet meer zag zitten, maar die avond was hij écht radeloos. Ik heb hem met heel veel moeite overtuigd om naar huis te komen en vertelde hem dat de tijd rijp was om het aan zijn vader te vertellen, waardoor die enorme last eindelijk van zijn schouders zou vallen.
En zo zaten we een klein uurtje later met ons drieën in de woonkamer. Onze zoon was in tranen en als een compleet wrak zat hij ineengedoken in de zetel de reactie van zijn vader af te wachten, die zich van geen kwaad bewust was. Toen ik het er dan maar ineens zelf uitsmeet dat onze zoon homo was begreep mijn man niet waarover zoveel drukte moest gemaakt worden en verzekerde hij dat dit toch geen enkel probleem was in deze moderne tijden en dat zelfs Elio Di Rupo (toen) eerste minister en homo was.
Ik kan nu eerlijk zeggen dat het homo-zijn van mijn zoon en de kennismaking met de LGBTQ+-wereld een verrijking van mijn leven is en van mij een beter mens maakte. Ik leerde een wereld kennen die ik anders in de verste verte nooit had leren kennen en die veel groter is dan we denken. Je leert meer verdraagzaam voor elkaar zijn en iedereen in zijn eigenheid te respecteren en waarderen. Er is geen alternatief: het is dat of je kind definitief verliezen want veranderen kan het nooit. Alleen als we onze verwachtingen bijstellen zullen we ons kind gelukkig maken en daardoor ook onszelf. Ik wens elke ouder met een LGBTQ+-kind dat geluk toe.